Blog

#35 Ondertussen – weet ik dat niet alles perfect hoeft te zijn

Hoe reageer je wanneer je werk je boven het hoofd groeit? Durf jij je angsten of onzekerheid ten aanzien van je eigen kunnen met anderen te delen? Laten we eerlijk zijn, je kwetsbaarheid tonen is geen gemeengoed. En al helemaal niet als docent. Toch koos collega Tamara Huibrechtse ervoor haar verhaal te doen. Omdat die verhalen ons juist verder kunnen brengen. Omdat we ons in de verhalen van een ander kunnen herkennen. En omdat dit soort verhalen als ’tegengif’ kan dienen binnen een maatschappij die steeds meer op prestatie gericht is.

Door Tamara Huibrechtse

Het was 7 december 2015 en ik was – na een druk weekend Sinterklaas vieren – onderweg naar de Hogeschool voor een nieuwe werkweek. Ik kon niet meer, ik was op. De tranen prikten achter mijn ogen en elke stap die ik dichterbij de Hogeschool kwam, voelde ik de knoop in mijn maag strakker worden. “Schouders eronder en gaan,” sprak ik mezelf toe. Toen ik op de docentenkamer kwam, zat daar een collega. Ze vroeg hoe het ging. Ik probeerde daar luchtig op te reageren en gaf aan dat het een druk weekend geweest was en ik een drukke week voor de boeg had. En toen kwam die ene vraag: “Gaat het wel echt goed met je? Ik maak me een beetje zorgen om je.” Dat was het moment waarop de tranen begonnen te stromen en niet meer op leken te houden. Ik ben naar mijn manager gestuurd en heb aangegeven dat ik te veel werk had liggen dat ik niet af kreeg. Daarna heb ik – zo goed en zo kwaad als het ging – geprobeerd les te geven, want ik moest toch door. Maar mijn lichaam had door, wat ik me eigenlijk nog niet had gerealiseerd. Ik voelde mezelf steeds misselijker worden en ben zelfs even naar buiten gelopen in de hoop dat het beter zou gaan. Eind van de ochtend heb ik eindelijk gehoor gegeven aan het verzoek van mijn collega’s om naar huis te gaan.

Een uitzieken?
Mijn intentie was om even uit te zieken. Eenmaal thuis maakte ik mezelf wijs dat ik last had van een griepje en een paar dagen later wel weer aan het werk zou kunnen. Maar dat was helaas niet het geval, een coach constateerde bij mij een burn-out. Het advies: rust houden. Ik kon ook niet anders, mijn batterij was letterlijk leeg en ik kon hem in het begin maar niet opladen.

Ik heb dagenlang in bed en op de bank gelegen. Zelfs tv kijken was te veel en te vermoeiend. Mijn telefoon wilde ik al helemaal niet zien, want elk appje dat binnen kwam zorgde voor onrust. Ik weet nog dat ik in een van de eerste weken een winkel in stapte en helemaal in paniek raakte van de mensen om me heen. Daarnaast voelde ik me heel schuldig naar mijn werk toe. Hoe moest dat nu met al het nakijkwerk dat ik nog had liggen? Studenten zouden achterstand oplopen en van mijn collega’s kon ik niet vragen mijn werk over te nemen, die hadden het al zo druk. Ik kon er ’s nachts letterlijk niet van slapen. Maar werken ging echt niet. Toen ik mijn werkmail een keer opende werd ik hier letterlijk kotsmisselijk van.

Hoezo perfect?
In eerste instantie heb ik mezelf een deadline gesteld, binnen vier weken zou ik weer aan het werk kunnen. Uiteindelijk heeft het anderhalf jaar geduurd voordat ik weer volledig aan het werk was. In de tussentijd heb ik veel rust genomen en gesprekken gevoerd met mijn coach. Zo ben ik erachter gekomen dat ik een aantal eigenschappen heb, die hebben geleid tot mijn burn-out. Ik ben bijvoorbeeld perfectionistisch en ga het liefst bij alles wat ik doe voor de spreekwoordelijke 10. Maar dat is niet altijd nodig, soms is een 6 ook voldoende. Daarnaast nam ik te weinig rust. Ik was altijd bezig, met werk, het plannen van mijn bruiloft, afspreken met vriendinnen. Een avondje bankhangen deed ik nauwelijks. ‘Nee’ zeggen kon ik niet, ik trok heel veel naar mezelf toe.

Wat ik heb geleerd van mijn burn-out is dat niet altijd alles perfect hoeft te zijn, dat ik ook wel eens nee mag zeggen, mijn rust moet nemen en ik niet overal iets mee hoef. Dat gaat heel vaak goed, maar ook vaak genoeg nog niet. Ik ben erg goed in de schijn ophouden dat alles goed gaat, maar probeer nu ook steeds vaker aan te geven als het allemaal even niet zo lekker loopt. Want slechte dagen horen nu eenmaal bij het leven. Iets wat we op social media het liefst proberen te verbloemen en waardoor de druk om te presteren alleen maar toeneemt. Het is dan ook niet gek dat de grootste groep die last heeft van burn-outklachten, de millennials zijn.

Digital Detox
Ik ben nog regelmatig bezig met mijn burn-out, want de angst dat dit me nog eens overkomt blijft. De eigenschappen die tot mijn burn-out hebben geleid, heb ik echt niet allemaal kunnen veranderen. Daarom ben ik blij dat er af en toe een initiatief voorbijkomt dat mij kan helpen om op de juiste weg te blijven. Zo heeft Interpolis een anti-burnout programma gelanceerd met als doel aandacht te vragen voor de grote groep mensen die kampt met burn-outklachten en voor hen oplossingen te zoeken. Ze zijn begonnen met de ‘digital detox’, waarbij ze het smartphonegebruik willen proberen terug te dringen. Want millennials raken behoorlijk gestresst van de druk het zo goed mogelijk te willen en moeten doen. Daarnaast verwacht onze omgeving dat we altijd maar bereikbaar zijn en voelen we ook regelmatig de druk om zo snel mogelijk op alles en iedereen te reageren.

Ik betrap mezelf er ook regelmatig op, dat ik mijn telefoon wel heel vaak gebruik en daarom heb ik me aangemeld voor de digital detox challenge. Ik krijg elke dag opdrachten die met mijn telefoon te maken hebben. Dit kunnen opdrachten zijn om je telefoon tijdelijk in de vliegtuigmodus te zetten of maar voor maximaal 50% op te laden. Van het idee alleen al word ik zenuwachtig, maar als het me kan helpen een volgende burn-out te voorkomen, doe ik hier heel graag aan mee.

Wil je ook digital detoxen? Meld je dan hier aan.

 

 

Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.