Dit jaar verliep toch anders dan gewoonlijk. Met de wereldwijde uitgeroepen pandemie bleven we allemaal maandenlang thuis. Nu, zelfs met de versoepelingen, leven een aantal mensen nog steeds in angst. We zijn alert en hopen niet op nog een uitbraak van COVID-19. Toch pakt elk land het anders aan. Nederland koos voor de intelligente lockdown, maar hoe ging het onze buren af? Lennard van Otterloo, ondernemer en columnist met veel expertise op het gebied van het Verenigd Koninkrijk, geeft in deze big five 5 tips aan Boris Johnson en hoe het land het beter had kunnen doen tijdens deze crisis.
Door: Alma Botic
1. Eerlijkheid en transparantie
Transparantie is key. Zelfs de best voorbereide regeringen hebben voor keuzes gestaan die ingewikkeld zijn. In deze crisis zijn er nou eenmaal zaken waar niemand een antwoord op heeft. Als je als regering aangeeft dat het ingewikkeld is, maar dat jij je best doet om tot een oplossing te komen, is het toch anders. Je neemt de bevolking mee door te laten zien welke stappen je wil doorlopen. Door, zoals de Britse regering, een houding aan te nemen waarin lijkt dat je het allemaal wel weet, schep je een vertekend beeld. Dit zorgt uiteindelijk voor wantrouwen als de fouten aan het licht komen. Laat de uitdagingen en zaken zien die je (nog) niet zo goed kent. Vertel waar je mee bezig bent.
2. Houd je aan je eigen regels
Als er regels opgelegd worden, is het wel handig om die zelf ook na te streven. De vrouw van Johnsons topadviseur Dominic Cummings was ziek en ze zijn in de auto gestapt om naar de andere kant van het land te reizen. Dit is een duidelijke breuk van de regel. Als te zien is dat een aantal regeringsleiders (inclusief Boris Johnson zelf) zich niet aan de regels houden, is het vertrouwen binnen de samenleving weg. Mensen denken dan: als zij zich niet aan de regels houden, waarom zou ik het dan wél doen? Als je het vertrouwen van de bevolking kwijtraakt, wordt het regeren ook een stuk moeilijker.
3. Meer samenwerken met andere Europese landen
Eind januari, toen het virus voor veel mensen nog ver weg leek, begon de Europese Commissie al met het opzetten van een EU-breed inkoopprogramma voor handschoenen, maskers, schorten en beademingsapparatuur waar later zo’n tekort aan zou ontstaan. De meeste EU-landen hebben daaraan meegedaan, maar de Britten hebben keer op keer nee gezegd tegen het aanbod. Het is duidelijk dat de Brexit daar een grote rol in speelde, omdat ze niet wilden toegeven dat optrekken met de EU best handig is in een crisis als deze. Juist dan is internationaal samenwerken cruciaal. Ook nu is het nog niet te laat. De zoektocht naar behandelingen, medicijnen en vaccins is bij uitstek een internationale aangelegenheid. Daar werkt nationalisme juist averechts.
4. Eerder sluiten
Het sluiten van horecagelegenheden en het aflassen van grote evenementen had veel eerder gemoeten. We weten nu dat de besmettelijkheid buiten veel kleiner is dan binnen. De kans dat je het virus oploopt van iemand die passeert op straat, is ook veel kleiner dan als je langere tijd met iemand in dezelfde ruimte zit. Hierop maatregelen nemen, maakt een groot verschil. We weten natuurlijk pas achteraf dat er een aantal plekken waren waar het aantal besmettingen heel hoog op liep. Een week eerder sluiten van openbare gelegenheden, had naar huidige schattingen 20.000 Britse doden gescheeld. Je hebt als regering best veel lef nodig om te verkondingen dat het land op slot gaat. Italië was het eerste land dat dit deed, de rest van de Europese landen had hier ook sneller een voorbeeld aan kunnen nemen.
We hebben in Europa nooit heel veel last gehad van SARS, maar Azië natuurlijk wel. Je zag dat die landen daarom heel snel reageerden. Hierdoor kwam de boodschap bij de gemiddelde inwoner van Taiwan makkelijker aan dan bij de gemiddelde Brit. Zelfs in de staart van de crisis waar we ons nu in verkeren, is het belangrijk om goed om te gaan met de situatie en alert te blijven. Wellicht dat de huidige crisis ervoor zorgt de boodschap bij de Britten (en in feite alle Europeanen) in de toekomst ook sneller aan zal komen.
5. Mensen willen niet uit de lockdown
De angst bij de mensen heerst in het Verenigd Koninkrijk nog heel erg. Hierdoor willen velen juist niét uit de lockdown komen. Dit is nu een groot probleem geworden. Deze angst is op zo’n grote schaal aanwezig dat het maar de vraag is of de economie wel weer op gang komt. Mensen zijn steeds meer gewend om op zichzelf te zijn. Hierdoor is het lastig om weer buiten te komen en durft veel personeel niet meer naar het werk te gaan. Voor de werkgever is dit een lastige situatie. Je kunt personeel moeilijk dwingen om nu wel weer te gaan werken. Als dan later blijkt dat iemand ziek is geworden, ben jij daar ook verantwoordelijk voor. De overheid zou hier een goede rol in kunnen spelen. Informatieverspreiding, tips geven over hoe je weer veilig naar buiten kunt en hoe je veilig kunt werken, zouden voorbeelden kunnen zijn. Een landelijke campagne zou ook kunnen stimuleren om dit te verhelpen.
Het komt erop neer dat je als regering ervoor moet zorgen dat 70% van de samenleving met je meegaat. Er is altijd een groep die dat niet zal doen, maar dat ligt aan iemands karakter en dat is lastig te beïnvloeden. Door die 70% vast te houden en je daarop te focussen is het makkelijker om zo’n crisis te bestrijden. Daarbij is evalueren en leren een belangrijk proces en zijn deze tips goede hulpmiddelen voor een betere bestrijding (in de toekomst). Over het algemeen kwam de boodschap goed aan bij de Britten, omdat hun zorgstelsel een belangrijke rol speelt in de waarden en het leven van de mensen. Hierdoor vonden zij het belangrijk dat de zorg niet overbelast werd. Daarom hielden velen zich toch wel goed aan de lockdown, beter dan verwacht zelfs.
Tenslotte heeft de situatie wel een (positief) effect met zich meegebracht; de norm van thuiswerken. Deze ontwikkeling zal wellicht makkelijker geïmplementeerd worden nu en in de toekomst, door de snelle overgang die iedereen massaal moest maken.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.