Geen idee hoe het jullie is vergaan, maar zelf heb ik wel een behoorlijke kater overgehouden aan die Amerikaanse verkiezingen. Hoe is het toch mogelijk dat iemand als Trump, een president in functie, in staat is om er een hele andere werkelijkheid op na te houden. Zo standvastig dat je zelfs aan je eigen werkelijkheid gaat twijfelen. Dat je je gaat afvragen of er überhaupt nog wel een werkelijkheid bestaat….
In dezelfde week van die verkiezingen kreeg ik het boek Socrates op Sneakers in mijn handen gedrukt. Wat een timing! Ik kon me geen beter moment voorstellen. Het boek -over het stellen van goede vragen- voelde werkelijk als een cadeautje. En met Trump zo helder op mijn netvlies kwamen ook de beelden op gang. Was dat niet Socrates, daar op de golfbaan? Op de meest in het oog springende sneakers (dank voor de titel) die je je maar kan voorstellen? En die man daar een stukje verderop? Laat me raden. Ja, die man met die grote gele kuif was zeker Trump. Wanhopig zwaaiend met een putter om die irritante luis in zijn pels van zich te schudden..
Maar goed, genoeg over Trump. Terug naar het boek. Socrates op Sneakers gaat dus over de kunst van het vragen stellen. Want, zo stelt de schrijfster Elke Wiss, die durven we elkaar in deze tijd niet meer te stellen. Oprechte vragen, waarmee we een ander tot denken aanzetten, maar waarmee we ook onszelf kunnen verrijken. Hoe komt dat nu? In het boek gaat Wiss op zoek en komt tot zes redenen waarom het zo moeilijk is om met elkaar in gesprek te komen. We lopen ze langs. Een voor een.
De eerste reden is een biologische. Over jezelf praten blijkt véél lekkerder dan vragen stellen. Uit onderzoek blijkt dat je bij het praten over jezelf dopamine aanmaakt. Een stof die ervoor zorgt dat je je prettig voelt. De belevingswereld van een ander kan je dus gestolen worden. Alles draait om hoe jij deze wereld beleeft.
Over jezelf praten blijkt véél lekkerder dan vragen stellen.
Ten tweede. Vragen stellen is eng. Het kan zijn dat je er een ander mee in verlegenheid brengt. Of dat er door jouw vraag een meningsverschil kan ontstaan, en die gaan we het liefst uit de weg. Het kan ook te maken hebben met eigen ongemak. Soms gebeuren er dingen in je leven die te pijnlijk zijn om aan te raken en dus stel je er geen vragen over. Te confronterend. Ook voor jezelf.
De derde reden: je scoort meer punten met een sterke mening dan met een vraag. Een vraag stellen betekent namelijk dat je iets nog niet weet, dat je twijfelt. En daarmee kan je dus ook een ietwat domme indruk achterlaten. Wiss: “Om competent te lijken, presenteren we meningen graag als feiten. Iemand die vragen stelt, iemand die twijfelt, is onzeker. Iemand die onzeker is en twijfelt, deugt niet.” We doen het als mens dus niet zo goed op twijfel. Die open eindjes, zo geeft Wiss aan, daar houdt ons brein niet van. Zo snel mogelijk willen weten waar we aan toe zijn, dat is onze tak van sport.
“Om competent te lijken, presenteren we meningen graag als feiten. Iemand die vragen stelt, iemand die twijfelt, is onzeker. Iemand die onzeker is en twijfelt, deugt niet.”
Dan de vierde. Ook niet onbelangrijk. We zijn verleerd om objectief te redeneren. Wiss: “In een maatschappij, waarin meningen de waarde krijgen van feiten, verdwijnt de objectiviteit vanzelf naar de achtergrond.” En dat klopt. Iedereen heeft tegenwoordig recht op zijn eigen waarheid en we lijken die met alles wat we in ons hebben te willen beschermen. Ook al hebben we alle schijn tegen, we blijven volharden. Volgens filosoof Daan Roovers is dit een slechte ontwikkeling. We raken hiermee aan de vrijheid van meningsuiting. Geef je je eigen mening dan moet je ook bereid zijn om die ter discussie te willen stellen. Dan moet je bereid zijn kritiek van anderen aan te nemen. Dat is het publieke debat, zo stelt Roovers. Waarvan akte.
Reden nummer vijf: vragen stellen kost tijd en tijd is kostbaar. Daarom willen we maar een ding: zo snel mogelijk door. We hebben het per slot van rekening al druk genoeg. Zeker in deze online omgeving. Dus daarom snel door naar de laatste reden.
Last but not least: we leren het niet! Of liever gezegd: het wordt ons afgeleerd. Hoe dat zit? Nu, op school krijgen we geen les in het stellen van goede vragen. Het is geen competentie. En dat terwijl dat doorvragen als kind juist één van je kwaliteiten was. Gek werden je ouders ervan en ze brachten je maar al te graag tot stilstand met een simpel ‘Omdat het zo is!’ Of, misschien nog erger: ’Omdat ik het zeg!’ Op school is het niet anders. Het zijn vaak kennisvragen die ertoe doen. Niet de vraagvaardigheden die bijdragen aan een kritische en onderzoekende houding. Zo, daar kunnen we als opleiding iets mee!
Dan. Toch maar even terug naar dat waar we mee begonnen zijn. Trump en Socrates. Zou het die laatste gelukt zijn om Trump aan het denken te zetten? Zou het hem gelukt zijn om een lichte vorm van twijfel te zaaien bij deze ‘roeptoetert’? Ik hoop het van harte, maar heb er toch wel een hard hoofd in. Tot nu toe blijft Trump volharden in zijn eigen werkelijkheid. En daar hebben wij -zeker vanwege de grote afstand– maar weinig invloed op.
Maar wat zouden we dan wel kunnen doen?. Heel wat, in mijn optiek. Hoe mooi zou het zijn als we het verschil zouden gaan maken in onze eigen omgeving? De wereld heeft het nodig, stelt ook Wiss. “Deze snelle maatschappij die neigt naar polarisatie is gebaat bij vertraging, oprechte nieuwsgierigheid, een filosofische grondhouding en goede vragen.”
Dus koop een paar sneakers en kom in beweging. Hoe? Het boek van Elke Wiss geeft je de handvatten. Lezen dus!
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.