Op school gaat het om ontmoetingen. Tussen studenten en docenten. Over die ontmoetingen ‘verhalen’ we binnen deze rubriek. Omdat die verhalen ons verbinden, maar ons vaak ook verder brengen. Dit keer een heel bijzonder verhaal over een confronterende ontmoeting. Ja, er is lef nodig om dit te delen, dat zeker. Maar binnen onze samenleving hebben we juist mensen met lef nodig. Studenten die het onbespreekbare, bespreekbaar weten te maken. Met elkaar én met docenten in gesprek willen. Want juist als je die verschillen bespreekbaar maakt, kom je dichter bij elkaar en krijgt ‘samen leren leven’ pas echt potentie!
Durf je je uit te spreken over een onderwerp dat je al een tijd stoort? Iets wat je eigenlijk je hele leven al bezighoudt? Je kan niet anders meer, omdat je al zo lang het idee hebt dat je niet gelijkwaardig wordt behandeld en dat je ook hier op school weer als ‘anders’ wordt gezien..
Lieve docent,
Allereerst wil ik toch mijn excuus aanbieden. Ik heb u een traantje laten wegpinken en dat was niet mijn bedoeling. U vertelde dat het afgelopen jaar voor u geen gemakkelijke tijd was geweest. De timing van mijn vraag was slecht. Voor mij is het ook een emotionele tijd. Ik heb de diagnose fybromyalgie gekregen. Chronische pijn. Pijn waar ik niks aan kan doen en waar geen medicijnen voor zijn. Ik heb geaccepteerd en leer ermee te leven.
Iets waar ik niet mee kon leven is het gevoel dat ons groepje misschien niet eerlijk behandeld werd. En – aan de andere kant – heb ik respect voor de manier waarop u omging met het gesprek. U ging niet in discussie en weerlegde het niet. U luisterde en zei: “Als dat jullie perceptie is dan is dat zo. Maar het maakt me wel heel erg verdrietig.”
Die perceptie is iets wat in ieder geval mij op een verkeerd been kan zetten. Ik heb het allemaal opgeschreven zodat ik het misschien wat duidelijker kan maken. Een perceptie wordt onder andere tot stand gebracht door woordkeuze. Zo horen wij vaak dat we te maken hebben met taalachterstand. Ik zie dat meer als moeite met spelling. Of zoals u zei ‘jullie vallen op’ versus ‘ik merk steeds vaker’. Een taalachterstand is van toepassing op mensen die de taal nog niet kennen: buitenlanders. Dat is in ieder geval de associatie met het woord. Snapt u dat dit dan hard aankomt?
Perceptie is iets wat mijn cultuur hoog zit. Wij moeten namelijk altijd bewijzen dat de perceptie van zwarten NIET waar is. Zie het zo: Nederland is ons huis, maar wij wonen niet samen. Als je samenwoont zorg je ervoor dat iedereen zich veilig voelt, op z’n gemak voelt en dat we elkaars verschillen respecteren. Maar nog steeds voelen wij ons te gast.
Wat ik probeer te zeggen is, ik probeer mij constant bewijzen, maar krijg de kans niet. Ik heb het gevoel dat er altijd al een oordeel klaarligt. Hierdoor wordt het werk dat we leveren steeds minder van kwaliteit. Want waarom hard werken, als het toch nooit goed is?
Daarom mijn oproep. Laten we de verschillen opzij zetten en echt samen gaan wonen.
Lieve student,
Oeps. Wat had ik ‘m zitten. En ja, je had gelijk. Ik was diep geraakt. Ik had werkelijk geen idee van wat er binnen jullie groepje speelde. Het enige wat ik voor ogen had, was jullie naar een hoger plan trekken. Want een ding was me wel duidelijk. Er gebeurde iets bijzonders in jullie ‘zwarte’ groep. Jullie hadden vaak ‘iets te pakken’. Het kwam alleen niet altijd even goed tot zijn recht. En daar wilde ik jullie zo graag bij helpen.
En ja, die timing. Later hoorde ik van iemand uit jouw groep dat ze die ochtend nog op de markt bekogeld was met sinaasappelen. Met de mededeling dat ze op moest rotten naar haar eigen land. Ze was eraan gewend geraakt. Het was de tijd van het jaar waarin de zwarte-pieten-discussie weer hoogtij vierde. En de agressie ook.
Een gesprek als dat ik toen met jou heb gevoerd, is bijzonder. Ik zat er natuurlijk niet op te wachten en was overrompeld. Al snel merkte ik de lading. Merkte ik ook dat het gevoel veel dieper zat dan ik ook maar had kunnen vermoeden. Discriminatie binnen onze opleiding? Als iemand er me van tevoren naar had gevraagd, had ik gezegd: “Nee, echt absoluut niet!” Ik had er zelfs mijn hand voor in het vuur gestoken. En nu? Nu was ik zomaar onderdeel van de discussie. Ik luisterde. Het had nu even geen zin om te zeggen dat ik vond dat dit niet waar was. Dat het feit dat iemand zwart of wit is voor mij absoluut niet telt. Hier zat iemand bij wie ik dit gevoel blijkbaar had opgeroepen. En dat gevoel ging nog veel verder. Je ervaarde de discriminatie binnen de gehele opleiding, binnen onze hogeschool, binnen geheel Rotterdam. Je voelde je te gast. Je deed het nooit goed genoeg. En daar werd je heel verdrietig van.
Ik heb een paar dagen nodig gehad om ons gesprek op me in te laten werken. En toen was daar je brief. Je vraag om het gesprek eens aan te gaan. Niet alleen met mij, maar met de gehele opleiding. Een gesprek dat we nodig hebben om echt samen te gaan wonen.
Ja, ik ga die uitdaging graag met je aan. Hoe kwetsbaar ik me ook voel. Ik wil graag jouw werkelijkheid begrijpen, zodat we elkaar beter kunnen ‘verstaan’. Laten we daarom dat gesprek aangaan. Volgens mij is het enige mogelijkheid om echt samen te kunnen wonen. Dit zou een mooi begin kunnen zijn.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.