Verhalen vertellen vinden we leuk. Daarnaast vinden we het een onmisbare competentie van een smart connector. Heel graag willen we op een verhalende manier delen wat we beleven, wat ons inspireert. Iets waar jij ook daadwerkelijk wat aan hebt. In Ondertussen.. vertelt iemand binnen de opleiding Communicatie iets wat hem of haar inspireert en deelt dit op eigen wijze. Want ook daar houden we van: eigenwijs zijn. Deze week gaat het weer over keuzes maken. Deel 2 van het verhaal van collega Agaath Flikweert.
Het college van vorige week heeft veel losgemaakt. In ieder geval bij mij. Eerlijk gezegd veel meer dan me lief was. “Hoe had ik me voorbereid op mijn toekomst?” vroegen de studenten. “Welke keuzes had ik gemaakt? En wilde ik dan altijd al docent worden?” Ik blik terug. Maar niet van harte!
Een goed voorbeeld ben ik namelijk niet. Verre van dat. Toch besluit ik ze mijn verhaal te vertellen. Vorige week hebben we de succesverhalen laten zien. Maar die gelden nu eenmaal niet voor iedereen. Vandaag tijd voor wat tegenwind. Geeft soms ook vleugels.
Dus maar even goed ademhalen en beginnen….
Keuzes. Goed ben ik er eigenlijk nooit in geweest. Ik deed wat anderen deden. Of bleef een beslissing eindeloos voor me uitschuiven. Bang dat ik door een keuze andere mogelijkheden wel kon vergeten. In de vijfde klas van het VWO kwam een vervolgopleiding af en toe aan de orde. Ik had geen idee. Nog een jaar te gaan. Eerst maar eens lekker op vakantie.
En daar had ik zin in! Italië stond op het programma. Verder dan Oostenrijk kwam ik niet. Ik werd ziek. Goed ziek. Uitgedroogd belandde ik in een ziekenhuis in Kitzbuhel. Daar hadden de artsen maar één optie: terug naar Nederland. Ik had vocht achter mijn longen. Ze vertrouwden het niet. En dat staken ze niet onder stoelen of banken.
Terug in Nederland direct weer het ziekenhuis in. Duidelijk was dat er iets behoorlijk mis was. Maar verder wisten de artsen het niet. Zelf maakte ik me niet zo’n zorgen. Het leven had me alleen nog maar toegelachen. Toch?
Na een week of wat kreeg ik zo mijn twijfels. Nog steeds geen diagnose en in de tussentijd verschrompelde mijn rechterlong, stukje bij beetje. Mijn longinhoud werd minder. Benauwd had ik het niet, maar dat proces moest natuurlijk wel stoppen.
Op een dinsdagmiddag raapte ik alle moed bij elkaar. De arts kwam langs en ik moest het nu gewoon weten. “Weet u al wat meer? Ik word toch wel beter? Er viel en stilte, een dodelijke stilte. Mijn longarts had er duidelijk ook moeite mee. Uiteindelijk vertelde hij me dat hij dat niet wist. Dat het fout kon aflopen. Ja, als ze dat proces nu maar zouden kunnen stoppen, dan zou ik wel een kans hebben. Zo, dat kwam binnen. Ik viel stil. Letterlijk en figuurlijk. In die tijd dacht ik nog dat ik het eeuwige leven had. Nou, niet dus!
Uiteindelijk mocht ik naar huis, in het ziekenhuis konden ze niet echt veel voor me doen. Duidelijkheid was er nog steeds niet. Thuis afwachten dan maar, met een flinke batterij aan medicijnen. Positief was dat het ‘verschrompelingsproces’ stil leek te staan. Hoe dat kwam? Men wist het niet. Iedere week ging ik naar het ziekenhuis zodat men de voortgang in de gaten kon houden.
In die tijd overleed ook mijn oma. Ze was de eerste van zo dichtbij. Haar dood maakte een verpletterende indruk. De gelovigste vrouw van de wereld die eraan twijfelde of ze in de hemel zou komen. Ik stond erbij en voelde haar angst. Tot in mijn tenen.
Het eindexamenjaar was er één van overleven. Ik had het idee dat de dood me op de hielen zat en daarom stortte ik me volledig op de studie. Dan hoefde ik tenminste niet na te denken. Aan het eind van het jaar had ik dan ook ‘gewoon’ mijn VWO-diploma op zak. Wat ik daarna moest? Ik had geen enkel idee. Er was eigenlijk niets wat ik echt leuk vond. Maar thuisblijven of werken was natuurlijk ook geen optie. Mijn vriendin ging naar Utrecht, Nederlandse Taal- en Letterkunde. Ik had niets met taal, mijn spelling was slecht en het lezen van boeken kon me al helemaal niet bekoren. Toch koos ik voor deze studie. Vertrouwend op de keuze van een ander. Ik had geen zin in al die nieuwe gezichten. Het kostte me al genoeg moeite en energie om in de running te blijven. Dus samen naar Utrecht. Dat moest het worden.
Was het een leuke studie? Nee, niet dus. Niet verschrikkelijk maar gewoon echt niet leuk. Gedichten van Marsman, romans van Couperus en tal van taalkundige, niet interessante vraagstukken passeerden de revue. Maar goed, ik was ergens mee bezig en had het – buiten de studie om – eigenlijk prima naar mijn zin. Studeren deed ik overigens wel. Heel hard. Om niet verstrikt te raken in al die rare gedachten.
Uiteindelijk – precies binnen de vijf jaar – haalde ik mijn doctoraal (nu: master) binnen. Als specialisatie had ik inmiddels voor Communicatiekunde gekozen. Dat was een verademing. Veel leuker dan dat andere geneuzel. Maar wat nu verder? Aangezien het communicatievak destijds weinig werk bood, toch maar het onderwijs in. Docent Nederlands op het HBO.
En? Ik vond het werkelijk een grote verschrikking. Zonder verder in detail te treden. Ik zweette peentjes. Iedere dag. Waarom had ik niet beter nagedacht over mijn eigen toekomst? Gewoon soms, me heel even afgevraagd wat ik later wilde worden? Wat ongelooflijk stom. Ik kon me wel voor mijn kop slaan.
Stukje bij beetje kreeg ik mijn leven weer op orde. Naast mijn baan als docent, rolde ik ook het ‘echte’ communicatievak in. Eindelijk de tijd om mijn docentschap aan de wilgen te hangen!
Nee, dus. Kiezen bleef lastig. En in de tussentijd was ik dat ‘voor de klas staan’ eigenlijk wel leuk gaan vinden. Zo naast die ‘echte’ communicatiebaan, dat beviel eigenlijk best wel. Nu, ruim vijfentwintig jaar later, weet ik dat het een droombaan is. Vier jaar meelopen met mensen die in de kracht van hun leven staan. Ik wil niet liever.
En zo ben ik in de loop van de jaren anders gaan kijken naar mijn eigen keuzes. En heel eerlijk, toen ik mijn vervolgopleiding koos, heb ik misschien wel één van de beste keuzes in mijn leven gemaakt. Alhoewel ik het mezelf jaren lang kwalijk heb genomen, koos ik onbewust voor een veilige omgeving. Dicht in de buurt van iemand bij wie ik me op mijn gemak voelde. Met wie ik dacht de hele wereld aan te kunnen. En dat bracht me verder.
Ik kan nog steeds met veel bewondering kijken naar die mensen die weten wat ze willen, die idealen hebben en daar hun leven op inrichten. Niets liever dan dat! Maar bij mij liep het anders. En als ik om heen kijk, ben ik daar denk ik niet de enige in. Niet iedereen heeft – om welke reden dan ook – klip en klaar wat ie in de toekomst wil. Voor mij was of is het leven geen uitgewerkt plan. Ik heb dat leven stukje bij beetje leren vertrouwen. En dat vertrouwen, dat wens ik jullie ook toe!
Reacties
Archell
Mooie geschreven!! Alsof je het aan het vertellen bent. Mooi!!!
8 jaar geleden geplaatst
Monique
Wauw! Heel knap geschreven, in meerdere opzichten!
8 jaar geleden geplaatst